1. Druk het koppelingspedaal helemaal in. Hierdoor wordt de motor losgekoppeld van de transmissie.
2. Zet de versnellingspook in de gewenste versnelling. Het schakelpatroon staat meestal vermeld op de versnellingspookknop of op het dashboard.
3. Laat het koppelingspedaal langzaam los. Hierdoor wordt de motor gekoppeld aan de transmissie.
4. Versnel of vertraag indien nodig.
Hier volgen enkele aanvullende tips voor het schakelen:
* Schakel naar een lagere versnelling als je bergop gaat of als je moet vertragen.
* Schakel naar een hogere versnelling als je bergafwaarts gaat of als je wilt accelereren.
* Schakel niet te snel. Dit kan de transmissie beschadigen.
* Als u niet zeker weet in welke versnelling u moet schakelen, begin dan in de eerste versnelling en schakel indien nodig op.
Met oefening zul je soepel en gemakkelijk kunnen schakelen.