1. Bevolkingsgroei: De wereldbevolking is sinds 1990 aanzienlijk gegroeid, wat heeft geleid tot een grotere vraag naar transport. Naarmate de bevolking groeit, groeit ook de behoefte aan voertuigen om mensen en goederen te vervoeren.
2. Stijgende inkomensniveaus: De stijging van de mondiale inkomensniveaus heeft ervoor gezorgd dat meer mensen zich auto’s kunnen veroorloven. Naarmate mensen rijker worden, is de kans groter dat ze auto's, motorfietsen en andere voertuigen kopen voor persoonlijk en commercieel gebruik.
3. Verstedelijking: De snelle groei van steden en verstedelijking heeft ook bijgedragen aan de toename van het aantal motorvoertuigen. Als mensen naar stedelijke gebieden verhuizen, zijn ze vaak afhankelijk van auto's en andere vormen van vervoer om naar hun werk, school en andere activiteiten te reizen.
4. Verbeterde wegeninfrastructuur: De ontwikkeling en verbetering van de wegeninfrastructuur in veel landen heeft het voor mensen gemakkelijker en handiger gemaakt om motorvoertuigen te gebruiken. Betere wegen moedigen mensen aan vaker te reizen en voertuigen voor langere afstanden te gebruiken.
5. Technologische vooruitgang: Door de vooruitgang in de autotechnologie zijn voertuigen efficiënter, betaalbaarder en betrouwbaarder geworden. Hierdoor is de populariteit en toegankelijkheid van motorvoertuigen verder toegenomen.
6. Overheidsbeleid: Sommige regeringen hebben beleid geïmplementeerd dat het gebruik van motorvoertuigen bevordert, zoals subsidies voor autoaankopen of brandstofbelastingstimulansen. Dit beleid kan het voor mensen betaalbaarder maken om voertuigen te bezitten en te besturen.
7. Culturele en sociale factoren: Culturele en sociale factoren kunnen ook het gebruik van motorvoertuigen beïnvloeden. In veel samenlevingen wordt autobezit gezien als een symbool van status en onafhankelijkheid, wat de vraag naar voertuigen verder kan stimuleren.