1. Dealerschap: De auto wordt vanuit een autodealer aan een klant verkocht. De dealer kan eigendom zijn van de fabrikant van de auto, maar kan ook een onafhankelijk bedrijf zijn.
2. Fabrikant: De dealer stuurt de aankoopinformatie vervolgens naar de autofabrikant. De fabrikant houdt de verkoop van de auto bij en kan zijn productieschema dienovereenkomstig aanpassen.
3. Distributiecentrum: Vervolgens wordt de auto vanuit de dealer naar een distributiecentrum getransporteerd. Dit is een groot magazijn waar auto's worden opgeslagen voordat ze naar dealers of klanten worden verzonden.
4. Vervoer: Vanuit het distributiecentrum wordt de auto naar de eindbestemming vervoerd. Dit kan per vrachtwagen, trein of schip.
5. Klant: De auto wordt uiteindelijk afgeleverd bij de klant. Dit kan bij de dealer gebeuren, maar de auto kan ook rechtstreeks naar het huis van de klant worden verzonden.
In sommige gevallen kunnen nieuwe auto's rechtstreeks van de fabrikant aan de klant worden verkocht. Dit staat bekend als een fabrieksorder en stelt klanten in staat hun auto aan hun exacte specificaties aan te passen.