1. Controleer het ventilatorrelais: Het ventilatorrelais is verantwoordelijk voor het inschakelen van de koelventilator wanneer de motor een bepaalde temperatuur bereikt. Als het relais defect is, gaat de ventilator niet aan, ook al werkt de temperatuursensor goed. Om het relais te controleren, zoekt u het in de zekeringkast en verwisselt u het met een soortgelijk relais. Als de ventilator hierbij aanslaat, is het relais defect en moet het worden vervangen.
2. Controleer de ventilatorschakelaar: Bij sommige voertuigen wordt de ventilator bestuurd door een ventilatorschakelaar, ook wel thermostatische schakelaar genoemd. Dit is een andere temperatuursensor die de ventilator inschakelt. Het bevindt zich meestal in de buurt van het thermostaathuis of de koelvloeistofuitlaatpijp. Om de ventilatorschakelaar te controleren, koppelt u de elektrische connector los en verbindt u de twee draden met elkaar. Als de ventilator aanslaat, is de schakelaar defect.
3. Controleer de ventilatormotor: Als het ventilatorrelais en de ventilatorschakelaar beide goed werken, kan het probleem bij de ventilatormotor zelf liggen. Om de ventilatormotor te controleren, verwijdert u de elektrische connector en schakelt u de motor rechtstreeks van stroom. Als de ventilator niet aanslaat, is de motor defect en moet deze worden vervangen.
Hier volgen enkele aanvullende zaken die u kunt controleren:
- Zorg ervoor dat het koelvloeistofpeil vol is.
- Inspecteer de radiateur op eventuele verstoppingen.
- Controleer de waterpomp om er zeker van te zijn dat deze goed werkt.
Als u al deze dingen heeft geprobeerd en de ventilator nog steeds niet aanslaat, moet u uw auto naar een monteur brengen voor verdere diagnose.