* Timinglicht
* Moersleutel
* Schroevendraaier
* Voelermaat
1. Koppel de vacuümvervroegingsslang los van de verdeler.
2. Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
3. Sluit het distributielampje aan op de accu en de bougiekabel voor cilinder nummer één.
4. Richt het distributielampje op de distributiemarkeringen op de motor.
5. Draai de bevestigingsbout van de verdeler los en draai de verdeler totdat het distributiemerkteken op één lijn staat met de wijzer.
6. Draai de bevestigingsbout van de verdeler vast.
7. Sluit de vacuümvervroegingsslang weer aan.
8. Controleer de timing bij stationair draaien en bij 2.500 tpm. Deze moet worden ingesteld op 6 graden vóór het bovenste dode punt (BTDC) bij stationair draaien en op 36 graden BTDC bij 2.500 tpm.