* Bougiesleutel
* 5/8 inch/16 mm aansluiting
* Ratel
* Bougie-afstandsgereedschap
Instructies:
1. Zoek de bougies. Ze bevinden zich aan de bovenkant van de motor, net onder het kleppendeksel. Er zijn in totaal zes bougies, drie aan elke kant van de motor.
2. Verwijder de bougiekabels. Gebruik de bougiesleutel om de moeren op de bougiekabels los te draaien. Zorg ervoor dat u de moeren niet in de motor laat vallen.
3. Verwijder de bougies
- Gebruik een dopsleutel om de moer of bout los te draaien die de bougie op zijn plaats houdt.
- Verwijder de bout en verwijder de bougie.
4. Inspecteer de bougies. Zoek naar tekenen van slijtage of schade, zoals scheuren, spanen of erosie. Als de bougies beschadigd zijn, moeten ze worden vervangen.
5. Reinig de bougies. Als de bougies niet beschadigd zijn, kunnen ze worden gereinigd. Gebruik een staalborstel om de elektroden schoon te maken en eventuele koolstofafzettingen te verwijderen.
6. Stel de bougieafstand in. De bougieafstand is de afstand tussen de middenelektrode en de massa-elektrode. De juiste bougieafstand wordt gespecificeerd in de gebruikershandleiding van uw auto. Gebruik een bougie-afstandsgereedschap om de afstand in te stellen.
7. Plaats de bougies opnieuw. Schroef de bougies terug in de cilinderkop. Draai de moeren of bouten vast totdat ze goed vastzitten.
8. Plaats de bougiekabels opnieuw. Duw de bougiekabels naar beneden op de bougies. Zorg ervoor dat de draden goed op hun plaats zitten.