Bij koud weer zijn de motor en de koelvloeistof daarin kouder. Hierdoor stroomt de koelvloeistof langzamer en duurt het langer om door de motor te circuleren. Hierdoor heeft de koelvloeistof meer tijd om de warmte van de motor te absorberen en kan de motor oververhit raken. Om dit te voorkomen gaat de thermostaat van de auto verder open, waardoor er meer koelvloeistof door de motor kan stromen. Deze grotere koelvloeistofstroom helpt de motor koel te houden, maar betekent ook dat er meer koelvloeistof wordt verbruikt.
Bovendien kan koud weer ervoor zorgen dat de koelvloeistof stroperiger wordt, waardoor deze moeilijker door de motor kan stromen. Dit kan ook tot oververhitting leiden, en de thermostaat van de auto zal ter compensatie verder opengaan.
Ten slotte kan koud weer er ook voor zorgen dat de radiateur van de auto minder efficiënt wordt in het afvoeren van warmte. Dit komt omdat de koude lucht die over de radiator stroomt, niet zoveel warmte kan opnemen als warme lucht. Als gevolg hiervan kan de koelvloeistof mogelijk niet voldoende afkoelen terwijl deze door de radiator stroomt, wat tot oververhitting kan leiden.
Om al deze redenen verbruikt een auto bij koud weer meer koelvloeistof dan bij warm weer.