2. Het stuur trilt of schudt. Dit is ook een teken dat de auto aan één kant grip heeft verloren. Bij hogere snelheden zullen de trillingen meer uitgesproken zijn.
3. De auto zal moeilijk te besturen zijn. De lekke band maakt het moeilijk om te draaien en te remmen. De auto kan ook slippen of slippen.
4. De auto kan plotseling tot stilstand komen. Als de klapband hevig is, kan de auto plotseling tot stilstand komen. Dit komt omdat de lekke band ervoor zorgt dat de auto alle grip verliest.
5. De auto kan omrollen. Als de klapband met hoge snelheid plaatsvindt, kan de auto omrollen. Dit komt omdat de lekke band ervoor zorgt dat de auto zijn stabiliteit verliest.
Wat u moet doen als u een klapband heeft
Als u een klapband heeft, is het belangrijk om kalm te blijven en de volgende stappen te ondernemen:
1. Zet zo snel mogelijk de kant van de weg op. Zoek een veilige plek om te stoppen, zoals een brede berm of een parkeerplaats. Zet uw alarmlichten aan en trek uw parkeerrem aan.
2. Stap uit de auto en inspecteer de band. Controleer de band op zichtbare schade, zoals een lekke band of een bobbel. Als de band lek is, moet u deze vervangen.
3. Vervang de band indien nodig. Als de band lek is, moet u deze vervangen. Volg de instructies in de gebruikershandleiding van uw auto om de band te vervangen.
4. Rijd langzaam naar een bandenwinkel. Nadat u de band heeft vervangen, rijdt u langzaam naar een bandenwinkel. Laat de band indien nodig inspecteren en repareren of vervangen.
Door deze stappen te volgen, kunt u veilig blijven als u een klapband krijgt.