1. Kijk naar het dashboard. Wanneer de tractiecontrole is uitgeschakeld, brandt het lampje "DSC uit".
2. Voel het gedrag van de auto. Als de tractiecontrole is uitgeschakeld, kan de auto tijdens het accelereren losser en onstabieler aanvoelen. Dit komt omdat de wielen van de auto niet langer elektronisch worden beperkt tegen het draaien, waardoor ze grip kunnen verliezen.
3. Luister of je een klikkend geluid hoort. Wanneer de tractiecontrole is uitgeschakeld, hoort u mogelijk een klikkend geluid uit de achterkant van de auto. Dit geluid is het geluid van het uitschakelen van de elektromagneten van het tractiecontrolesysteem.
4.De knop "DSC" is ingedrukt: Als de DSC-knop (Dynamic Stability Control) wordt ingedrukt, wordt de tractiecontrole uitgeschakeld.