1. Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond en zet de motor af. Laat de motor enkele minuten afkoelen.
2. Open de motorkap van uw auto.
3. Zoek de oliepeilstok. Deze bevindt zich meestal in de buurt van de olievuldop.
4. Trek de peilstok eruit en veeg hem schoon met keukenpapier.
5. Steek de peilstok opnieuw in de olievulbuis.
6. Trek de peilstok er weer uit en controleer het oliepeil. Het oliepeil moet tussen de markeringen "ADD" en "FULL" op de peilstok staan.
7. Als het oliepeil laag is, voeg dan olie toe aan de motor. Gebruik het type olie dat in uw gebruikershandleiding wordt vermeld.
8. Voeg de olie langzaam toe, in kleine stappen. Controleer regelmatig het oliepeil om overvullen te voorkomen.
9. Zodra het oliepeil tussen de markeringen "ADD" en "FULL" staat, vervangt u de peilstok en sluit u de motorkap van uw auto.