1. Parkeer uw auto op een veilige plaats en zet de motor af. Laat de koplampen afkoelen als ze ingeschakeld zijn.
2. Open de motorkap van uw auto. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw voertuig voor instructies hierover.
3. Zoek de koplampunit. Deze bevindt zich meestal achter de koplamplens aan de voorkant van het voertuig.
4. Verwijder de gloeilampafdekking. Dit wordt meestal gedaan door hem tegen de klok in te draaien totdat hij loskomt.
5. Haal de oude koplamplamp eruit. Draai de lamp voorzichtig tegen de klok in totdat deze uit de fitting komt.
6. Draai de nieuwe koplampgloeilamp zo dat de platte kant naar boven wijst. De nieuwe lamp moet een lipje hebben dat in een gleuf in de fitting past.
7. Plaats de nieuwe koplampgloeilamp terug in de fitting. Draai de lamp voorzichtig met de klok mee totdat deze vastzit.
8. Vervang de gloeilampafdekking. Draai het deksel met de klok mee totdat het goed aansluit.
9. Sluit de motorkap van uw auto.
10. Herhaal stap 3-9 voor de andere koplamp.
Let op: In sommige Europese landen moeten de koplampen naar beneden en naar links zijn gericht als u aan de linkerkant van de weg rijdt. Raadpleeg de plaatselijke voertuigautoriteiten in het land waarin u rijdt voor eventuele specifieke vereisten. Het is belangrijk dat de koplampen goed zijn gericht, zowel voor de veiligheid als voor naleving van de wettelijke voorschriften. Als u deze taak niet zelf wilt uitvoeren, laat dan uw koplampen controleren door een vertrouwde monteur of bij een plaatselijke garage.