1. Controleer het oliepeil:
- Gebruik de peilstok van het voertuig om het oliepeil te controleren.
- Zorg ervoor dat de peilstok correct is geplaatst en dat het oliepeil onder de minimummarkering staat.
2. Bepaal de oliecapaciteit:
- Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw voertuig om de aanbevolen oliecapaciteit te vinden. Deze informatie wordt meestal gespecificeerd in quarts of liters.
3. Voeg de helft van de oliecapaciteit toe:
- Begin met het toevoegen van de helft van de aanbevolen oliecapaciteit aan uw motor.
- Dit zal helpen het oliepeil van het minimummerkteken naar een veiliger bereik te brengen.
4. Controleer het oliepeil opnieuw:
- Gebruik opnieuw de peilstok om het oliepeil te controleren.
- Het peil moet nu tussen de minimum- en maximummarkeringen op de peilstok staan.
5. Voeg indien nodig meer olie toe:
- Als het oliepeil nog steeds onder de minimummarkering staat, voeg dan kleine hoeveelheden olie toe (1/4 tot 1/2 kopje per keer) en controleer het peil elke keer opnieuw.
6. Voorkom overvullen:
- Het teveel vullen van de motor met olie kan schadelijk zijn.
- Zorg ervoor dat het oliepeil de maximale markering op de peilstok niet overschrijdt.
7. Controleer het waarschuwingslampje:
- Zodra u de juiste hoeveelheid olie heeft bijgevuld, start u uw voertuig en kijkt u of het oliewaarschuwingslampje uitgaat.
Houd er rekening mee dat dit een algemene richtlijn is en dat specifieke instructies kunnen variëren, afhankelijk van uw voertuig. Als u het niet prettig vindt om olie aan uw motor toe te voegen, kunt u deze het beste naar een monteur of autoservicecentrum brengen. Zij kunnen veilig en nauwkeurig de benodigde hoeveelheid olie controleren en bijvullen. Regelmatige oliecontroles en onderhoud zijn essentieel voor de gezondheid en prestaties van uw voertuig.