2. Verwijder de omlijsting van het instrumentenpaneel. Er zijn vier schroeven die de rand op zijn plaats houden. Verwijder deze schroeven en wrik vervolgens voorzichtig de rand los.
3. Maak de snelheidsmeterkabel los. De snelheidsmeterkabel is aan de achterkant van de snelheidsmeterkop bevestigd. Koppel de kabel los door deze uit de connector te trekken.
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de snelheidsmeterkop op zijn plaats wordt gehouden. Nadat de schroeven zijn verwijderd, kunt u de snelheidsmeterkop voorzichtig uit het instrumentenpaneel trekken.
5. Installeer de nieuwe snelheidsmeterkop. Plaats de nieuwe snelheidsmeterkop in het instrumentenpaneel en zet deze vast met de vier schroeven.
6. Sluit de snelheidsmeterkabel opnieuw aan. Duw de snelheidsmeterkabel in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
7. Plaats de omlijsting van het instrumentenpaneel terug. Klik het paneel weer op zijn plaats en zet het vast met de vier schroeven.
8. Sluit de batterij opnieuw aan.