- Bougiedop
- Bougiesleutel
- Gapping-tool
- Ratel
Instructies:
1. Zoek de bougies. De bougies bevinden zich aan de bovenkant van de motor, onder de bobines.
2. Ontkoppel de bobines. Om dit te doen, gebruikt u de ratel om de bouten te verwijderen die de spoelen op hun plaats houden. Trek vervolgens de spoelen omhoog en uit de bougieputten.
3. Verwijder de oude bougies. Gebruik de bougiedop en de sleutel om de oude bougies te verwijderen. Zorg ervoor dat u de oude bougies niet in de bougieputjes laat vallen.
4. Inspecteer de oude bougies. Let op tekenen van slijtage, zoals erosie, putjes of vervuiling. Als de oude bougies in slechte staat verkeren, vervang ze dan door nieuwe.
5. Controleer de afstand van de nieuwe bougies. De afstand tussen de elektroden van de bougie moet worden ingesteld volgens de specificaties van de fabrikant. Gebruik het tussenruimtehulpmiddel om de tussenruimte te controleren en indien nodig aan te passen.
6. Installeer de nieuwe bougies. Draai de nieuwe bougies met de hand vast totdat ze goed vastzitten. Gebruik vervolgens de bougiesleutel om ze vast te draaien volgens de specificaties van de fabrikant.
7. Plaats de bobines terug. Plaats de bobines terug in de bougieputten en lijn de boutgaten uit. Gebruik vervolgens de ratel om de bouten opnieuw te installeren en draai ze vast totdat ze goed vastzitten.
Tips:
- Zorg ervoor dat u de oude bougies niet in de bougiegaten laat vallen. Als dit gebeurt, moet u de cilinderkop verwijderen om ze terug te halen.
- Controleer de afstand van de nieuwe bougies voordat u ze opnieuw installeert. Een verkeerde opening kan motorproblemen veroorzaken.
- Draai de bougies vast volgens de specificaties van de fabrikant. Als u de bougies te vast aandraait, kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigd raken.
- Zorg ervoor dat u de hete motoronderdelen niet aanraakt. Laat de motor afkoelen voordat u met deze procedure begint.