Bougies versleten of beschadigd. Controleer de bougies en vervang ze als ze versleten of beschadigd zijn.
2. Bougiekabels
Bougiekabels beschadigd of maken geen goed contact. Controleer de bougiekabels op beschadigingen en vervang deze indien nodig. Zorg ervoor dat de bougiekabels goed contact maken met de bougies en de verdeler.
3. Verdeelkap
Verdelerkap is gebarsten, beschadigd of maakt geen goed contact. Controleer de verdelerkap en vervang deze als deze gebarsten of beschadigd is. Zorg ervoor dat de verdelerkap goed contact maakt met de verdeler.
4. Rotor
Rotor versleten of beschadigd. Controleer de rotor en vervang deze als deze versleten of beschadigd is.
5. Bobine
Bobine defect. Controleer de bobine en vervang deze als deze defect is.
6. Elektronische regelmodule (ECM)
ECM verzendt niet de juiste signalen. Controleer de ECM en vervang deze als deze niet de juiste signalen verzendt.
7. Andere elektrische problemen
Andere elektrische problemen, zoals een slechte accu, losse of gecorrodeerde verbindingen of een defecte startersolenoïde, kunnen ook een zwakke vonk veroorzaken. Controleer alle elektrische aansluitingen en vervang eventuele losse of gecorrodeerde aansluitingen.