Een trap van een impulsturbine bestaat uit een set mondstukken en een set bladen die op de rotor zijn gemonteerd. De mondstukken zijn ontworpen om de drukenergie van de vloeistof om te zetten in kinetische energie, terwijl de bladen zijn ontworpen om de kinetische energie van de vloeistof om te zetten in mechanische energie.
De trappen van een impulsturbine zijn doorgaans in serie gerangschikt, waarbij de vloeistof van de ene trap naar de volgende stroomt. Het aantal trappen in een turbine hangt af van de hoeveelheid energie die aan de vloeistof moet worden onttrokken.
Het rendement van een impulsturbine wordt bepaald door het ontwerp van de sproeiers en bladen, evenals door het aantal trappen in de turbine. Hoe hoger het rendement van de turbine, hoe meer mechanische energie er aan de vloeistof wordt onttrokken.