Een schoon luchtfilter zorgt ervoor dat de motor voldoende lucht krijgt voor een goede verbranding. Vervang het luchtfilter elke 19.000 km (12.000 mijl) of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
2. Vervanging van de bougie
Versleten bougies kunnen ontstekingsfouten veroorzaken en de motorprestaties verminderen. Vervang de bougies elke 97.000 km (60.000 mijl) of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
3. Vervanging van het brandstoffilter
Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom naar de motor beperken, wat aarzeling en slechte prestaties veroorzaakt. Vervang het brandstoffilter elke 39.000 km of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
4. Vervanging van zuurstofsensor
De zuurstofsensor bewaakt het zuurstofgehalte in het uitlaatgas en helpt bij het reguleren van het lucht-brandstofmengsel. Een defecte zuurstofsensor kan ervoor zorgen dat de motor rijk of arm loopt, wat de prestaties en het brandstofverbruik beïnvloedt. Vervang de zuurstofsensor elke 145.000 km (90.000 mijl) of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
5. Gasklephuis reinigen
Een vuil gasklephuis kan stationairproblemen en een verminderde gasrespons veroorzaken. Reinig het gasklephuis elke 30.000 mijl (48.000 km) of indien nodig.
6. Luchtmassameter reinigen
De luchtmassameter meet de hoeveelheid lucht die de motor binnenkomt. Een vuile MAF-sensor kan ervoor zorgen dat de motor rijk of arm loopt, wat de prestaties en het brandstofverbruik beïnvloedt. Reinig de MAF-sensor elke 24.000 km of indien nodig.
7. PCV-klep vervangen
De PCV-klep regelt de stroom cartergassen terug naar de motor. Een vastzittende of defecte PCV-klep kan ruw stationair draaien, olielekken en verminderde prestaties veroorzaken. Vervang de PCV-klep elke 30.000 mijl (48.000 km) of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
8. Transmissievloeistof verversen
De transmissievloeistof smeert en koelt de transmissiecomponenten. Oude of vuile transmissievloeistof kan schakelproblemen veroorzaken en de transmissieprestaties verminderen. Ververs de transmissievloeistof elke 60.000 mijl (97.000 km) of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
9. Koelvloeistof spoelen en bijvullen
De koelvloeistof circuleert door de motor en de radiateur om de motortemperatuur te regelen. Oude of vervuilde koelvloeistof kan oververhitting veroorzaken en de motorprestaties verminderen. Spoel de koelvloeistof en vul deze elke 30.000 mijl (48.000 km) bij, of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
10. Remvloeistof spoelen en bijvullen
Remvloeistof wordt gebruikt om de hydraulische druk van het rempedaal naar de remklauwen over te brengen. Oude of vervuilde remvloeistof kan de remprestaties verminderen en schade aan het remsysteem veroorzaken. Spoel de remvloeistof en vul deze elke 30.000 mijl (48.000 km) bij, of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
11. Bandeninspectie en -rotatie
Het correct oppompen en uitlijnen van de banden is essentieel voor een goed rijgedrag en een laag brandstofverbruik. Inspecteer de banden regelmatig op slijtage en wissel ze elke 9.700 km of zoals aanbevolen in de gebruikershandleiding.
Door deze onderhoudstips en aanbevelingen op te volgen, kunt u uw Mitsubishi Mirage in goede staat houden en optimale prestaties garanderen.