De cilinderkop bevindt zich bovenaan het cilinderblok en vormt de verbrandingskamer. Het bevat de kleppen, die de lucht- en brandstofstroom in en uit de cilinder regelen, en de bougie, die de brandstof ontsteekt.
Zuigers
De zuigers bevinden zich in de cilinders en bewegen op en neer om het lucht- en brandstofmengsel te comprimeren en vervolgens kracht te creëren.
Drijfstangen
De drijfstangen verbinden de zuigers met de krukas.
Krukas
De krukas bevindt zich aan de onderkant van de motor en zet de heen en weer gaande beweging van de zuigers om in een roterende beweging.
Oliecarter
Het oliecarter bevindt zich aan de onderkant van de motor en slaat de motorolie op.
Waterpomp
De waterpomp circuleert koelvloeistof door de motor om deze koel te houden.
Brandstofinjector
De brandstofinjector spuit brandstof in de cilinder.
Distributeur
De verdeler (bij oudere voertuigen) of bobine (bij nieuwere voertuigen) verdeelt de elektrische stroom naar de bougies.
Voorgerecht
De startmotor zorgt ervoor dat de motor wordt gestart.
Dynamo
De dynamo genereert elektriciteit om de elektrische systemen van het voertuig van stroom te voorzien.