Het is echter belangrijk op te merken dat het stuurbekrachtigingssysteem uiteindelijk zal stoppen met werken als de motor niet draait. Daarom is het belangrijk dat bestuurders zich hiervan bewust zijn en voorzorgsmaatregelen nemen, zoals langzamer rijden en meer ruimte laten tussen hun voertuig en andere voertuigen, wanneer ze rijden met uitgeschakelde motor.
Hier volgen enkele aanvullende tips voor het rijden met uitgeschakelde motor:
* Schakel de alarmlichten in om andere bestuurders te waarschuwen dat uw voertuig niet volledig functioneel is.
* Vermijd het maken van plotselinge bochten of veranderingen van richting.
* Wees erop voorbereid dat het stuur zwaarder aanvoelt en moeilijker te draaien is.
*Als u tot stilstand moet komen, doe dit dan langzaam en soepel.
* Probeer niet over een lange afstand met de auto te rijden terwijl de motor is uitgeschakeld.
Door deze tips op te volgen, kunt u uw auto veilig besturen, zelfs als de motor plotseling is afgeslagen.