1. Crosshead-engine :Bij kruiskopmotoren, doorgaans grotere scheepsdieselmotoren, zijn de zuiger en de krukas verbonden door een kruiskop. De kruiskop bevindt zich buiten de cilinder, waardoor de cilindervoering gemakkelijk toegankelijk is. De smering wordt verzorgd door een geforceerd toevoersysteem dat olie rechtstreeks naar de zuigerpen en het kruiskoplager levert. De olie stroomt vervolgens door de cilindervoering en smeert de zuigerveren en de cilinderwand.
2. Carter opruimen :Bij scheepsdieselmotoren met kofferbakzuigers, kleinere motoren die vaak in kleinere boten worden gebruikt, wordt carterreiniging gebruikt voor cilindersmering. Bij deze methode wordt het carter afgedicht en gebruikt om een vacuüm te creëren dat lucht en olienevel aanzuigt. Dit mengsel stroomt vervolgens door poorten in de cilinderwanden en smeert de zuigerveren en cilindervoering terwijl de zuiger op en neer beweegt.
3. Directe injectie :Motoren met directe injectie hebben brandstofinjectoren die brandstof rechtstreeks in de cilinder spuiten. Bij deze motoren wordt een smeerolie met de brandstof gemengd. Deze olie-in-brandstofsmering zorgt voor een beschermingslaag tussen de zuigerveren en de cilindervoering.
4. Olie-injectie :Sommige tweetaktscheepsdieselmotoren maken gebruik van een olie-injectiesysteem dat specifiek is bedoeld voor cilindersmering. Bij deze methode wordt een afzonderlijke pomp of injector gebruikt om een afgemeten hoeveelheid smeerolie rechtstreeks in de cilinder te injecteren op een vooraf bepaald punt in de motorcyclus, zodat de olie de kritieke gebieden bereikt die smering vereisen.
Het is belangrijk om de aanbevelingen en specificaties van de fabrikant op te volgen voor het type en de frequentie van smering die vereist zijn voor het specifieke motormodel en de bedrijfsomstandigheden. Een goede smering is essentieel voor de lange levensduur en betrouwbaarheid van de tweetakt scheepsdieselmotor.