- Autokrik en kriksteunen
- Stekkerset
- Ratel
- Verlengstangen
- Momentsleutel
- Veiligheidsbril
- Handschoenen
Stap 1:bereid de auto voor
1. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in.
2. Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
3. Open de motorkap en koppel de minpool van de accu los.
4. Breng de voorkant van de auto omhoog met een autokrik en plaats deze op kriksteunen om stabiliteit te bieden terwijl u werkt.
Stap 2:Verwijder de kronkelige riem
1. Zoek de kronkelige riemspanner. Het is meestal een katrol met een veerbelaste arm.
2. Gebruik een ratel en een dopsleutel om de spanbout los te draaien.
3. Zodra de spanning is verdwenen, verwijdert u de kronkelige riem door deze van de poelies te schuiven.
Stap 3:Verwijder de dynamobeugel
1. Zoek de dynamosteun. Het wordt meestal met bouten aan het motorblok bevestigd en ondersteunt de dynamo.
2. Gebruik een ratel en een dopsleutel om de bouten te verwijderen waarmee de beugel op zijn plaats wordt gehouden.
3. Nadat de bouten zijn verwijderd, verwijdert u de beugel uit de motorruimte.
Stap 4:Koppel de bedrading van de dynamo los
1. Ontkoppel de elektrische connectoren van de dynamo. Afhankelijk van het model moeten er twee of drie connectoren zijn.
2. Zorg ervoor dat u de connectoren van een label voorziet, zodat u ze later weer correct kunt aansluiten.
Stap 5:Verwijder de bouten van de dynamo
1. Zoek de bouten waarmee de dynamo aan het motorblok is bevestigd.
2. Gebruik een ratel en een dopsleutel om de bouten te verwijderen.
Stap 6:Verwijder de dynamo
1. Nadat de bouten zijn verwijderd, kunt u de dynamo voorzichtig uit de motorruimte verwijderen.
Stap 7:voer de stappen in omgekeerde volgorde uit om opnieuw te installeren
1. Om de dynamo opnieuw te installeren, volgt u eenvoudigweg de stappen die u hebt gevolgd om deze te verwijderen.
2. Zorg ervoor dat u alle bouten goed vastdraait en alle elektrische connectoren weer stevig aansluit.
Stap 8:Sluit de batterij opnieuw aan
1. Sluit de negatieve pool van de accu opnieuw aan.
2. Sluit de motorkap en laat de auto zakken.
Start de motor en controleer of de dynamo goed werkt. Het laadlampje moet uitgaan na een korte rit bij het opstarten. De spanning moet tussen de 13,5 en 14,5 volt liggen, gemeten met een voltmeter aan de accupolen.