1. Koppel de batterij los. Dit is een veiligheidsmaatregel om elektrische ongelukken tijdens werkzaamheden aan het remsysteem te voorkomen.
2. Verwijder de behuizing van het luchtfilter. Dit geeft meer ruimte voor toegang tot de hoofdremcilinder.
3. Ontkoppel de remleidingen. Er zijn twee remleidingen die op de hoofdcilinder zijn aangesloten. Gebruik een flare-moersleutel om deze lijnen los te maken en te verwijderen. Zorg ervoor dat u de remleidingen niet beschadigt.
4. Verwijder de bouten van de hoofdremcilinder. Er zijn vier bouten die de hoofdcilinder op zijn plaats houden. Gebruik een sleutel om deze bouten los te draaien en te verwijderen.
5. Verwijder de hoofdremcilinder. Nadat de bouten zijn verwijderd, kunt u de hoofdcilinder voorzichtig uit het voertuig verwijderen.
6. Inspecteer de hoofdcilinder. Controleer de hoofdcilinder op eventuele schade of lekkage. Als de hoofdcilinder beschadigd is, moet deze worden vervangen.
7. Installeer de nieuwe hoofdcilinder. Als de hoofdcilinder niet beschadigd is, kunt u deze opnieuw installeren door de stappen in omgekeerde volgorde te volgen. Zorg ervoor dat u alle bouten en moeren stevig vastdraait.
8. Ontlucht de remmen. Nadat de hoofdcilinder is geïnstalleerd, moet u de remmen ontluchten om eventuele lucht uit het systeem te verwijderen.