Zoek de contactschakelaar. Het bevindt zich meestal aan de rechterkant van het stuur.
Koppel de contactschakelaar los van de bedrading. Er moeten twee of drie draden op de contactschakelaar zijn aangesloten. Ontkoppel deze draden door ze los te koppelen of door de moeren of schroeven te verwijderen waarmee ze op hun plaats worden gehouden.
Sluit een hulpdraad aan tussen de positieve pool van de accu en de draad die naar de "Start"-aansluiting van de contactschakelaar gaat. Hierdoor wordt de startersolenoïde van stroom voorzien en kan de motor starten.
Sluit een hulpdraad aan tussen de negatieve pool van de accu en de draad die naar de "Kill"-aansluiting van het contactslot gaat. Hierdoor wordt het ontstekingssysteem geaard en kan de motor draaien.
Start de motor door op de startknop te drukken. De motor moet starten en draaien.
Maak de verbindingsdraden los en sluit de contactschakelaar opnieuw aan op de bedrading.
Test de contactschakelaar om er zeker van te zijn dat deze goed werkt. De motor mag alleen starten als de contactschakelaar in de stand "Start" staat.