1. Zorg ervoor dat de parkeerremhendel volledig is uitgeschakeld. Het moet zo ver mogelijk naar beneden worden geduwd of losgelaten.
2. Als het noodremlicht nog steeds brandt, probeer dan het contact uit en vervolgens weer aan te zetten.
3. Als het lampje nog steeds brandt, is er mogelijk een probleem met het parkeerremmechanisme of de schakelaar. Mogelijk moet u het laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur.
Optie 2:Controleer de remlichtschakelaar
1. Zoek de remlichtschakelaar. Het bevindt zich meestal onder het dashboard, vlakbij het rempedaal.
2. Koppel de elektrische connector los van de remlichtschakelaar.
3. Zet het contact aan. Als het noodremlicht nu uit is, is de remlichtschakelaar defect en moet deze worden vervangen.
4. Als het noodremlicht nog steeds brandt, kan het probleem te maken hebben met de bedrading of een ander onderdeel van het remsysteem. Mogelijk moet u het laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur.
Optie 3:Controleer de lamp
1. Zorg ervoor dat de remlichtlampen niet doorgebrand zijn.
Optie 4:Zekering controleren
1. Controleer de remzekering. Controleer de zekeringenkast onder de motorkap. Zie uw gebruikershandleiding voor de locatie van de zekeringen.