Hulpmiddelen:
- Sleutelset
- Stekkerset
- Olieopvangbak
- Oliefiltersleutel
- Koker
- Veiligheidsbril
- Vodden
Materialen:
- Nieuw oliefilter
- Nieuwe pakking van de olieaftapplug
- Olie (controleer uw gebruikershandleiding voor de juiste soort en hoeveelheid)
Instructies:
1. Bereid uw voertuig voor. Parkeer uw 4Runner op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in. Schakel de motor uit en laat deze volledig afkoelen. Schakel de parkeerrem in om te voorkomen dat het voertuig gaat rollen.
2. Zoek de olieaftapplug. De olieaftapplug bevindt zich aan de onderkant van het oliecarter. Meestal is het een bout van 17 mm.
3. Plaats de olieaftapbak onder de olieaftapplug. Zorg ervoor dat de pan groot genoeg is om alle olie op te vangen die eruit loopt.
4. Draai de olieaftapplug los. Gebruik de sleutel om de olieaftapplug los te draaien. Zorg ervoor dat u de bout niet in het oliecarter laat vallen.
5. Laat de olie weglopen. Laat alle olie uit het oliecarter lopen. Dit kan enkele minuten duren.
6. Vervang de pakking van de olieaftapplug. Zodra alle olie is afgetapt, vervangt u de pakking van de olieaftapplug. Zorg ervoor dat de pakking goed op zijn plaats zit.
7. Draai de olieaftapplug vast. Gebruik de sleutel om de olieaftapplug vast te draaien. Draai de plug niet te vast.
8. Zoek het oliefilter. Het oliefilter bevindt zich aan de zijkant van de motor. Het is meestal een cilindervormig voorwerp met een zwarte dop.
9. Verwijder het oliefilter. Gebruik de oliefiltersleutel om het oliefilter los te maken. Zorg ervoor dat u geen olie morst.
10. Breng een dun laagje nieuwe olie aan op de pakking van het nieuwe oliefilter. Dit zal helpen om een afdichting te creëren en lekken te voorkomen.
11. Schroef het nieuwe oliefilter erop. Draai het oliefilter met de hand vast totdat het goed aansluit. Draai het oliefilter niet te vast.
12. Voeg nieuwe olie toe aan de motor. Gebruik de trechter om nieuwe olie aan de motor toe te voegen. Voeg de hoeveelheid olie toe die is aangegeven in de gebruikershandleiding.
13. Controleer het oliepeil. Gebruik de peilstok om het oliepeil te controleren. Het oliepeil moet tussen de markeringen "full" en "add" op de peilstok staan.
14. Start de motor en laat deze enkele minuten draaien. Hierdoor circuleert de nieuwe olie door de motor.
15. Controleer op lekkages. Kijk onder het voertuig op eventuele lekkages. Als u lekkages opmerkt, draai dan de olieaftapplug of het oliefilter vast totdat de lekkage stopt.