1. Wielmoersleutel
2. Krik en kriksteunen
3. Doppenset
4. Schroevendraaier
5. C-klem
6. Remvloeistof
7. Nieuwe remblokken
8. Remvet
9. Veiligheidsbril
10. Handschoenen
Instructies:
Stap 1:Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
Trek aan de parkeerrem en zet de motor af.
Stap 2:Draai de wielmoeren los.
Verwijder ze nog niet.
Stap 3:Breng de auto omhoog met kriksteunen.
Plaats de krik onder het frame. Krik de auto op tot de banden 2,5 cm van de grond zijn.
Stap 4:Verwijder de wielmoeren en wielen.
Stap 5:Zoek de remklauw.
Stap 6:Verwijder de remklauwbouten.
Stap 7:Verwijder de oude remblokken.
Zodra de remklauw is uitgeschakeld, zie je de oude remblokken. Ze worden vastgehouden door twee metalen clips. Gebruik een schroevendraaier om deze clips los te wrikken.
Stap 8:Reinig de remklauw en rotor.
Je kunt hiervoor een zachte borstel en remmenreiniger gebruiken.
Stap 9:Breng vet aan op de remklauwpennen.
Stap 10:installeer de nieuwe remblokken.
Stap 12:installeer de remklauw opnieuw.
Stap 13:installeer het wiel opnieuw.
Stap 14:Draai de wielmoeren vast.
Draai ze niet te vast!
Stap 15:Laat de auto zakken.
Stap 16:Test de remmen.
Druk het rempedaal een paar keer zachtjes in. Het pedaal moet stevig en responsief aanvoelen.
Stap 17:Controleer het remvloeistofpeil en vul indien nodig bij.