1. Programmeermodus
* Steek de sleutel in het contact en draai de sleutel naar de stand “ON” (start de motor niet).
* Open en sluit het bestuurdersportier zes keer binnen 10 seconden.
* Het lampje op een kiertje op het dashboard knippert of de claxon piept om aan te geven dat het voertuig in de programmeermodus staat.
2. Stel de afstandsbediening in
* Druk onmiddellijk op de vergrendelknop van de afstandsbediening die u wilt programmeren (er kunnen maximaal 4 afstandsbedieningen worden geprogrammeerd).
* Het lampje op een kier gaat knipperen of de claxon piept één keer om te bevestigen dat de afstandsbediening is geprogrammeerd.
* Herhaal deze stap om extra afstandsbedieningen te programmeren.
3. Verlaat de programmeermodus
* Draai de sleutel naar de “OFF”-positie.