1. Lucht in de remleiding :Controleer de ontluchtingsprocedure nogmaals om er zeker van te zijn dat alle lucht is verwijderd. Gebruik een geschikte ontluchtingsset en volg de aanbevolen volgorde voor uw voertuig.
2. Beschadigde of defecte hoofdcilinder :Inspecteer de hoofdcilinder op lekkage of schade. Als er een probleem is met de hoofdcilinder, kan deze mogelijk niet voldoende hydraulische druk genereren om de remmen te bedienen.
3. Versleten of beschadigde remblokken :Zorg ervoor dat de remblokken in goede staat zijn en voldoende materiaal over hebben. Versleten remblokken kunnen de remwerking verminderen en ervoor zorgen dat het pedaal naar de grond gaat.
4. Probleem met de rembekrachtiger :De rembekrachtiger helpt bij het versterken van de kracht die op het rempedaal wordt uitgeoefend. Als de rembekrachtiger niet goed werkt of een vacuümlek heeft, kan dit het pedaalgevoel beïnvloeden en ervoor zorgen dat deze naar de grond gaat.
5. Lekkende remleidingen of -slangen :Controleer het gehele remsysteem op lekkage, vooral rond de aansluitingen en slangen. Eventuele lekkages kunnen verlies van hydraulische druk veroorzaken en resulteren in een sponsachtig of laag rempedaal.
6. Defecte doseerklep :Het doseerventiel verdeelt de remvloeistof naar de voor- en achterwielen. Als het doseerventiel defect is, kan dit de rembalans beïnvloeden en ervoor zorgen dat het pedaal naar de grond gaat.
7. Onjuiste installatie :Zorg ervoor dat de rotor en andere remcomponenten correct zijn geïnstalleerd. Een onjuiste installatie kan de goede werking van de remmen beïnvloeden.
Als u al deze controles heeft doorlopen en het probleem blijft bestaan, is het raadzaam om hulp te zoeken bij een gekwalificeerde monteur die het probleem nauwkeurig kan diagnosticeren en eventuele noodzakelijke reparaties kan uitvoeren.