1. Controleer de zekeringen :Zorg ervoor dat de zekeringen van de betreffende onderdelen (achterruitverwarming, dashboard, deurslot, ruitenwissers) niet zijn doorgebrand. U kunt de zekeringenkast controleren en defecte zekeringen vervangen door zekeringen met hetzelfde vermogen.
2. Startonderbreker resetten :Probeer een reset van de startonderbreker uit te voeren om te zien of het probleem hiermee is opgelost. Meestal houdt dit in dat u het contact meerdere keren in- en uitschakelt of dat u specifieke reset-instructies volgt volgens de gebruikershandleiding van het voertuig.
3. Elektrische aansluitingen :Controleer de elektrische aansluitingen van de betrokken componenten om er zeker van te zijn dat ze veilig en vrij van corrosie zijn. Besteed bijzondere aandacht aan de aansluitingen op de zekeringkast, relais en eventuele modules of besturingseenheden die betrokken zijn bij de bediening van deze systemen.
4. CANBUS-systeem :Het probleem houdt mogelijk verband met een storing in het Controller Area Network (CANBUS)-systeem van het voertuig. Dit netwerk is verantwoordelijk voor de communicatie tussen verschillende elektronische modules. Controleer of er schade is aan de CANBUS-bedrading of connectoren die storingen kunnen veroorzaken.
5. Defecte modules of sensoren :Als het probleem zich blijft voordoen, is het mogelijk dat een of meer van de modules of sensoren die deze componenten aansturen defect zijn. Om dit te diagnosticeren zijn gespecialiseerde diagnostische hulpmiddelen en kennis voor auto's vereist, dus het wordt aanbevolen om een gekwalificeerde autotechnicus te raadplegen voor verdere hulp.
6. Startonderbreker omzeilen :Als de startonderbreker het probleem veroorzaakt en niet kan worden gereset, moet u mogelijk een autoprofessional raadplegen om de startonderbreker te omzeilen, zodat deze de elektrische systemen van het voertuig niet verstoort.