1. Parkeer de vierwieler op een vlakke ondergrond en zet de motor af.
2. Zoek de koppelingsafstelschroef aan de linkerkant van de motor, vlakbij de onderkant. Het is een kleine, ronde schroef met een borgmoer.
3. Draai de borgmoer los met een sleutel. (Draai de moer ongeveer drie slagen. Gebruik een sleutel van 10 mm.)
4. Draai met een platte schroevendraaier de koppelingsafstelschroef rechtsom totdat deze contact maakt met de koppelingsdrukstang.
5. Draai de koppelingsafstelschroef een kwartslag terug. Gebruik een platte schroevendraaier.
6. Draai de borgmoer vast. Controleer de afstelling elke 10 bedrijfsuren opnieuw.
Als de koppeling slipt, moet u deze mogelijk verder afstellen. Draai hiervoor de koppelingsafstelschroef rechtsom in stappen van een kwartslag totdat de koppeling niet meer slipt. Zorg ervoor dat u de borgmoer na elke afstelling vastdraait.
Als de koppeling sleept, moet u deze mogelijk verder afstellen. Om dit te doen, draait u de koppelingsafstelschroef linksom in stappen van een kwartslag totdat de koppeling niet meer sleept. Zorg ervoor dat u de borgmoer na elke afstelling vastdraait.