1. Zorgplicht: Zowel de bestuurder van de SUV als het kind dat op de fiets rijdt, hebben de zorgplicht om met redelijke voorzichtigheid en voorzichtigheid te handelen om schade aan zichzelf en anderen te voorkomen.
2. Zichtbaarheid en uitkijk:
- De bestuurder van de SUV moet goed uitkijken en vrij zicht hebben op de omgeving, inclusief voetgangers en fietsers.
- Ook de kinderfietser moet voorzichtig zijn en zich bewust zijn van zijn omgeving, maar vanwege zijn leeftijd is het vermogen om de verkeersveiligheid volledig te begrijpen beperkt.
3. Snelheid en controle:
- De bestuurder van de SUV moet een redelijke snelheid aanhouden en het voertuig onder controle houden om botsingen met voetgangers of fietsers op een parkeerplaats te voorkomen.
- Ook de snelheid en controle van het kind kan in aanmerking worden genomen, waarbij rekening moet worden gehouden met de leeftijd en ontwikkeling van het kind.
4. Regels en voorschriften:
- Parkeerregels, zoals snelheidslimieten, oversteekplaatsen voor voetgangers en aangewezen fietspaden, moeten door zowel de bestuurder als de fietser worden nageleefd. Als een van de partijen toepasselijke regels of voorschriften heeft overtreden, kan dit bijdragen aan het vaststellen van schuld.
5. Leeftijd en capaciteit:
- De leeftijd en het volwassenheidsniveau van het kind zijn relevante factoren. Als de leeftijd en cognitieve vaardigheden van het kind het vermogen beperken om het potentiële gevaar volledig te begrijpen en te vermijden, kan dit van invloed zijn op het vaststellen van fouten.
6. Locatie op de parkeerplaats:
- De specifieke locatie waar de aanrijding heeft plaatsgevonden binnen de parkeerplaats kan van belang zijn. Als het ongeval heeft plaatsgevonden in een gebied dat is aangewezen voor voetgangers- of fietsverkeer, kan dit van invloed zijn op de foutbepaling.
7. Vergelijkende nalatigheid (indien van toepassing):
- In sommige rechtsgebieden zijn vergelijkende nalatigheidsbeginselen van toepassing, waarbij schuld gedeeld kan worden tussen partijen die bij een ongeval betrokken zijn. Als de acties van het kind ook hebben bijgedragen aan de botsing, mag de mate van schuld worden vergeleken met die van de SUV-bestuurder.
Het is van essentieel belang dat bij het vaststellen van de schuld in dergelijke gevallen rekening wordt gehouden met de relevante verkeers- en civiele wetten, voorschriften en zorgnormen. In veel gevallen kunnen ongevallenonderzoeken, getuigenverklaringen en deskundigenadviezen nodig zijn om de precieze volgorde van gebeurtenissen vast te stellen en fouten nauwkeurig toe te wijzen.