- Hand-oog coördinatie: U moet uw handen en ogen samen kunnen gebruiken om uw auto veilig te kunnen verplaatsen.
- Perifeer zicht: Je moet snel andere auto's, voetgangers en obstakels aan alle kanten van je auto zien.
- Multitasken: Je moet tegelijkertijd sturen, remmen, accelereren en je bewust zijn van je omgeving.
- Reactietijd: Je moet snel reageren op veranderende verkeersomstandigheden.
- Ruimtelijke waarneming: U moet de positie en beweging van uw auto begrijpen in relatie tot andere objecten.
Gemiddelde vaardigheden
- Defensief rijden: De vaardigheden die nodig zijn om te anticiperen en potentiële ongevallen te vermijden.
- Parallel parkeren: De vaardigheid die nodig is om uw auto tussen twee andere auto's in een krappe ruimte te parkeren.
- Rijden op de snelweg: De vaardigheden die nodig zijn om veilig op een drukke snelweg te rijden.
- Nachtrijden: De vaardigheden die nodig zijn om 's nachts veilig te rijden.
- Rijden bij slecht weer: De vaardigheden die nodig zijn om veilig te rijden in regen, sneeuw of ijs.
Geavanceerde vaardigheden
- Slipcontrole: De vaardigheden die nodig zijn om uw auto onder controle te houden als deze begint te slippen.
- Off-road rijden: De vaardigheden die nodig zijn om op onverharde, zand- of besneeuwde wegen te rijden.
- Racen: De vaardigheden die nodig zijn om met hoge snelheden een auto te besturen.
- Stuntrijden: De vaardigheden die nodig zijn om stunts in een auto uit te voeren.