1. Ga van het gas af. Terwijl u zich klaarmaakt om terug te schakelen, laat u het gaspedaal los en laat u de motorfiets iets langzamer rijden. Dit zal helpen de belasting van de transmissie te verminderen en het schakelen soepeler te maken.
2. Trek de koppelingshendel in. Zodra de motorfiets is afgeremd, trekt u met uw linkerhand de koppelingshendel in. Hierdoor wordt de transmissie losgekoppeld van de motor en kunt u schakelen.
3. Druk met uw linkervoet op de schakelhendel. Terwijl u de koppelingshendel ingedrukt houdt, drukt u met uw linkervoet de schakelhendel naar beneden. Hierdoor wordt de transmissie naar de volgende lagere versnelling verplaatst.
4. Laat de koppelingshendel los. Zodra de transmissie in de eerstvolgende lagere versnelling staat, laat u de koppelingshendel langzaam los. Hierdoor wordt de transmissie opnieuw ingeschakeld en begint de motorfiets weer te accelereren.
Tips voor terugschakelen:
* Schakel eerder vroeg dan laat terug. Dit zal helpen voorkomen dat onnodige stress op de transmissie wordt uitgeoefend.
* Schakel niet te snel terug. Hierdoor kan de motorfiets gaan slingeren en instabiel worden.
* Oefen het terugschakelen op een veilige plek totdat u vertrouwd bent met het proces.
* Als u ooit niet zeker weet in welke versnelling u moet terugschakelen, wees dan voorzichtig en schakel terug naar een hogere versnelling.