Hier is een meer gedetailleerde uitleg van hoe het werkt:
1. Ventilatorbediening: Uw oven of airconditioner heeft een ventilatorbediening die bepaalt wanneer de ventilator draait. Deze regeling kan worden ingesteld op "Aan" (de ventilator draait continu), "Auto" (de ventilator draait wanneer de oven of airconditioner aan het verwarmen of koelen is) of "Uit" (de ventilator draait nooit).
2. Thermostaatsignaal: Wanneer de thermostaat detecteert dat de temperatuur in uw huis onder de gewenste instelling (in de verwarmingsmodus) of boven de gewenste instelling (in de koelmodus) ligt, stuurt hij een signaal naar de oven of airconditioner.
3. Ventilatoractivering: Als reactie op het thermostaatsignaal activeert de oven of airconditioner zijn ventilator. De ventilator begint lucht over het verwarmingselement (in verwarmingsmodus) of verdamperspiraal (in koelmodus) te blazen om de lucht te conditioneren.
4. Luchtcirculatie: De geconditioneerde lucht wordt vervolgens door de ventilatieopeningen in uw huis gecirculeerd, waar deze zich vermengt met de bestaande kamerlucht. Dit proces gaat door totdat de gewenste temperatuur is bereikt.
5. Logica ventilatorregeling: Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, stuurt de thermostaat nog een signaal naar de oven of airconditioner, waardoor de ventilator wordt uitgeschakeld. In sommige gevallen kan de ventilator nog een paar minuten blijven draaien om de resterende geconditioneerde lucht te verspreiden.
Door de geconditioneerde lucht door uw huis te laten circuleren, helpt de ventilator een uniforme temperatuur te behouden en zorgt hij ervoor dat alle kamers comfortabel zijn. Het helpt ook warme of koude plekken te verminderen en verbetert de algehele efficiëntie van uw verwarmings- en koelsysteem.