1. Veren: Het veersysteem begint bij de veren, die verantwoordelijk zijn voor het absorberen en opslaan van de impact van hobbels en oneffenheden in het wegdek. Bij de meeste Chevy-vrachtwagens maakt de voorwielophanging gebruik van schroefveren. De veren bevinden zich tussen de draagarmen en het frame van de vrachtwagen.
2. Controlearmen: De draagarmen zijn de belangrijkste dragende onderdelen van de voorwielophanging. Ze zijn aan het ene uiteinde aan het frame en aan het andere uiteinde aan de wielnaaf bevestigd. Controlearmen maken de op- en neerwaartse beweging van de wielen mogelijk terwijl ze uitgelijnd blijven.
3. Schokdempers: Schokdempers zijn hydraulische of met gas gevulde cilinders die in combinatie met de veren de beweging van de ophanging controleren. Ze helpen de trillingen van de veren te dempen, waardoor wordt voorkomen dat het voertuig overmatig stuitert. Tussen de draagarmen en het frame zijn schokdempers gemonteerd.
4. Slingerstangen (stabilisatorstangen): Stabilisatorstangen helpen het rollen van de carrosserie te verminderen wanneer het voertuig een bocht neemt of een bocht maakt. Het zijn torsiestaven die de twee voorwielen met elkaar verbinden en de draaiende beweging van het chassis van het voertuig helpen minimaliseren.
5. Kogelgewrichten: Kogelgewrichten zijn sferische lagers die ervoor zorgen dat de wielen soepel kunnen draaien. Ze bevinden zich op de verbindingspunten tussen de draagarmen en de wielnaafconstructies.
6. Trekstangen: Trekstangen verbinden het stuurhuis met de wielnaafconstructies. Ze spelen een cruciale rol bij het draaien van de wielen en het uitlijnen ervan in overeenstemming met de stuurinvoer.
7. Wielnaaf monteren: Het wielnaafsamenstel bestaat uit de wiellagers, de naaf en de remcomponenten. Het verbindt het wiel met het ophangsysteem en zorgt ervoor dat het wiel soepel kan draaien terwijl het het gewicht van de truck ondersteunt.
8. Omlijsting: Het volledige voorwielophangingssysteem is aan het frame van de vrachtwagen bevestigd, wat stijfheid en ondersteuning biedt aan de ophangingscomponenten.
Wanneer de truck een hobbel of onregelmatigheid tegenkomt, worden de veren samengedrukt om de impact te absorberen. De schokdempers controleren vervolgens de daaropvolgende beweging van de veren, waardoor ze niet overmatig gaan trillen. Dankzij de bedieningsarmen en kogelgewrichten kunnen de wielen op en neer bewegen, terwijl de juiste uitlijning behouden blijft. De stabilisatorstangen helpen het overhellen van de carrosserie te verminderen, terwijl de trekstangen zorgen voor een nauwkeurige besturing. De wielnaafconstructies verbinden de wielen met het ophangsysteem en zorgen ervoor dat ze soepel kunnen draaien.
Samen werken deze componenten harmonieus samen om een comfortabele en gecontroleerde rit te bieden, de juiste uitlijning van de wielen te behouden en ervoor te zorgen dat de truck voorspelbaar en veilig op de weg rijdt.