• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in.
• Zet de motor uit en laat deze volledig afkoelen.
• Koppel de negatieve accukabel los.
• Breng het voertuig omhoog met behulp van een krik en kriksteunen die onder het frame zijn geplaatst. Zorg ervoor dat het voertuig stabiel en goed beveiligd is.
• Verwijder de voorwielen.
• Verwijder de beschermplaat onder de motor, indien aanwezig.
• Koppel de transmissiebediening los.
• Koppel alle elektrische connectoren en sensoren los die op de transmissie zijn aangesloten.
• Koppel de uitlaatpijp los van de transmissie.
• Verwijder de moeren of bouten waarmee de transmissiesteun aan de dwarsbalk is bevestigd.
• Verwijder de transmissievloeistofpan.
• Verwijder de convertorbouten.
• Installeer een transmissiekrik en bevestig de transmissie hieraan.
• Maak de transmissie los van de motor.
• Gebruik de transmissiekrik om de transmissie voorzichtig uit het voertuig te laten zakken.
Nadat de transmissie is verwijderd, kunt u deze indien nodig repareren of vervangen. Het opnieuw installeren van de transmissie gaat in omgekeerde volgorde van de verwijderingsprocedure. Zorg ervoor dat u de transmissie met het juiste type vloeistof vult en alle elektrische connectoren en sensoren opnieuw aansluit.