1. Schakel de tweede versnelling in :Zorg ervoor dat de auto in de tweede versnelling staat voordat u het proces start. Dit vermindert de weerstand op de motor, waardoor het gemakkelijker wordt om op start te drukken.
2. Zet het contact aan :Zet het contact aan alsof u de auto normaal probeert te starten. Hierdoor worden de elektrische componenten en de brandstofpomp geactiveerd, maar wordt de startmotor niet ingeschakeld.
3. Duw de auto :Meerdere mensen moeten de auto naar voren duwen door kracht uit te oefenen op de achterkant van het voertuig. De auto moet een snelheid van ongeveer 8-16 km/u bereiken.
4. Laat de koppeling snel los :Terwijl de auto wordt geduwd, moet de bestuurder het koppelingspedaal snel loslaten wanneer de noodzakelijke snelheid is bereikt. Door deze actie wordt de motor ingeschakeld en wordt de auto gestart.
5. Houd de motor draaiende :Zodra de motor start, houdt u de auto draaiende door wat gas te geven en enkele minuten stationair te laten draaien om de accu op te laden.
Het is belangrijk op te merken dat het starten van een auto extra druk kan uitoefenen op componenten zoals de startmotor, de koppeling en de transmissie. Het mag alleen worden gebruikt als tijdelijke maatregel in geval van een lege batterij en mag niet gebruikelijk zijn. Als u regelmatig een lege accu heeft, kunt u het beste de staat van de accu, het laadsysteem en de dynamo controleren om de onderliggende problemen te identificeren en op te lossen.