Hoe schakel je het batterijlampje van een 89 Toyota pick-up uit?

1. Controleer de batterij. Zorg ervoor dat de accu goed is aangesloten en dat de polen schoon en vrij van corrosie zijn. Als de accu bijna leeg is, voeg dan gedestilleerd water toe aan de vullijn. Als de batterij oud of beschadigd is, moet deze mogelijk worden vervangen.

2. Controleer de dynamo. De dynamo is verantwoordelijk voor het opladen van de accu. Als de dynamo niet goed werkt, kan deze de accu niet opladen en gaat het acculampje branden. Om de dynamo te controleren, start u de motor en meet u de spanning op de accupolen. De spanning moet tussen de 13,5 en 14,5 volt liggen. Als de spanning te laag is, is de dynamo mogelijk defect.

3. Controleer de bedrading. Controleer de bedrading tussen de accu, dynamo en spanningsregelaar. Zorg ervoor dat de draden goed zijn aangesloten en dat er geen breuken of kortsluitingen in de bedrading zitten.

4. Controleer de spanningsregelaar. De spanningsregelaar regelt de hoeveelheid spanning die naar de accu wordt gestuurd. Als de spanningsregelaar niet goed werkt, kan het acculampje gaan branden. Om de spanningsregelaar te controleren, start u de motor en meet u de spanning op de accupolen. De spanning moet tussen de 13,5 en 14,5 volt liggen. Als de spanning te hoog of te laag is, is de spanningsregelaar mogelijk defect.

5. Als al het bovenstaande niet lukt, brandt het acculampje mogelijk vanwege een defect instrumentenpaneel. Het instrumentenpaneel is het paneel met meters en lampen vóór de bestuurder. Om het instrumentenpaneel te testen, draait u de sleutel naar de stand "AAN" en kijkt u naar de meters en lampjes. Als een van de meters of lampen niet goed werkt, is het instrumentenpaneel mogelijk defect en moet het worden vervangen.