2. Open de motorkap en zoek het reservoir voor stuurbekrachtigingsvloeistof. Het is meestal een zwarte plastic tank met een gele dop.
3. Verwijder de dop van het reservoir en controleer het vloeistofpeil. De vloeistof moet zich tussen de markeringen "FULL" en "ADD" op de peilstok bevinden.
4. Als het vloeistofpeil laag is, voeg dan voldoende stuurbekrachtigingsvloeistof toe om het peil tot aan de "FULL"-markering te brengen.
5. Plaats de dop terug en sluit de motorkap.
6. Start de motor en laat deze enkele minuten draaien.
7. Controleer nogmaals het stuurbekrachtigingsvloeistofpeil en voeg indien nodig meer vloeistof toe.