1. Controleer de batterijaansluitingen. Zorg ervoor dat de accupolen schoon en vrij van corrosie zijn en dat de kabels stevig zijn aangesloten.
2. Controleer de dynamoriem. De dynamoriem is verantwoordelijk voor het aandrijven van de dynamo, die de accu oplaadt. Als de riem los zit of kapot is, kan de dynamo de accu niet opladen en gaat het acculampje branden.
3. Controleer de dynamo. Als de dynamo niet goed werkt, kan deze de accu niet opladen en gaat het acculampje branden. U kunt de dynamo laten testen bij een plaatselijke auto-onderdelenwinkel.
4. Controleer de spanningsregelaar. De spanningsregelaar is verantwoordelijk voor het regelen van de uitgangsspanning van de dynamo. Als de spanningsregelaar niet goed werkt, kan de dynamo de accu mogelijk niet opladen en gaat het acculampje branden.
5. Controleer de bedrading. Er is mogelijk een probleem met de bedrading tussen de accu, de dynamo en de spanningsregelaar. Als er een breuk in de bedrading zit, kan de dynamo de accu niet opladen en gaat het acculampje branden.
Als u het niet prettig vindt om deze items zelf te controleren, kunt u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen om ze te laten diagnosticeren en repareren.