1. Vliegtuigen:
Vliegtuigen zijn vliegtuigen met vaste vleugels die afhankelijk zijn van de aerodynamische lift die door hun vleugels wordt gegenereerd wanneer ze vooruit bewegen. Ze zijn gecategoriseerd op basis van hun doel, inclusief passagiersvervoer (commerciële vliegtuigen), vrachtvervoer (vrachtvliegtuigen), militaire toepassingen (straaljagers, bommenwerpers, enz.), privégebruik (privévliegtuigen) en recreatief vliegen (zweefvliegtuigen, kunstvliegtuigen). enz.).
2. Helikopters:
Helikopters zijn vliegtuigen met roterende vleugels die roterende liftrotoren gebruiken om verticale lift te genereren en hun beweging in elke richting te controleren. Ze zijn zeer geschikt voor zweven, verticaal opstijgen en landen (VTOL), vluchten op lage snelheid en manoeuvreerbaarheid in krappe ruimtes. Helikopters worden veel gebruikt voor verschillende taken, zoals transport, zoek- en reddingsoperaties, militaire gevechten, wetshandhaving en medische hulpdiensten.
3. VTOL-vliegtuigen (verticale start en landing):
VTOL-vliegtuigen combineren kenmerken van zowel vliegtuigen als helikopters, waardoor ze verticaal kunnen opstijgen en landen en tegelijkertijd een efficiënte horizontale vlucht kunnen realiseren. Ze omvatten verschillende technologieën, zoals kantelrotoren (V-22 Osprey), liftventilatoren (F-35B) of kanaalventilatoren (Harrier Jump Jet). Deze vliegtuigen bieden voordelen in krappe ruimtes, waar traditionele start- en landingsbanen niet haalbaar of beschikbaar zijn.
4. Autogyros:
Autogyros zijn een uniek type vliegtuig dat wordt gekenmerkt door hun niet-aangedreven rotor die vrij in de luchtstroom draait. De lift wordt gegenereerd door de rotorbladen, terwijl de voorwaartse voortstuwing wordt verzorgd door een door een motor aangedreven propeller. Autogyros vereisen lagere snelheden voor het opstijgen en landen in vergelijking met vliegtuigen en helikopters, waardoor ze geschikt zijn voor korteveldoperaties en recreatief vliegen.
5. Zweefvliegtuigen:
Zweefvliegtuigen zijn niet-aangedreven vliegtuigen die uitsluitend afhankelijk zijn van aerodynamische lift om hun vlucht zonder motor voort te zetten. Ze worden door een ander vliegtuig de lucht in gesleept of gebruiken grondlanceringsmethoden om initiële hoogte te winnen. Zweefvliegtuigen worden voornamelijk gebruikt voor recreatief vliegen, waarbij piloten stijgende luchtstromen exploiteren om hun vluchtduur te verlengen en hoogte te winnen zonder motorvermogen.
6. Luchtschepen:
Luchtschepen zijn drijvende vliegtuigen die gassen gebruiken die lichter zijn dan lucht, zoals helium of waterstof, om lift te bereiken en in de atmosfeer te zweven. Het zijn doorgaans grote, langzaam rijdende voertuigen die een lang uithoudingsvermogen bieden en zware lasten kunnen vervoeren. Luchtschepen worden voor verschillende doeleinden gebruikt, waaronder toerisme, transport, reclame en wetenschappelijk onderzoek.
Deze categorieën vliegvoertuigen vertegenwoordigen een breed spectrum aan technologieën en mogelijkheden die voor verschillende toepassingen worden gebruikt, variërend van burgerluchtvaart tot militaire operaties, vrachtvervoer, recreatieve activiteiten en wetenschappelijke verkenning.