1. Motorrotatie :Wanneer de motor van de motorfiets draait, zorgt dit ervoor dat de krukas draait.
2. Rotorbeweging :De krukas is verbonden met de rotor van de dynamo. Terwijl de krukas draait, drijft deze de rotor aan om in het dynamohuis te draaien.
3. Magnetische veldgeneratie :De draaiende rotor creëert een roterend magnetisch veld in de dynamo.
4. Statorwikkelingen :De stator van de dynamo bestaat uit draadspoelen die rond de rotor zijn aangebracht. Terwijl de rotor draait, induceert het veranderende magnetische veld een elektrische stroom in deze statorwikkelingen.
5. Wisselstroomuitgang (AC) :De stroom die in de statorwikkelingen wordt gegenereerd, is wisselstroom (AC), wat betekent dat deze periodiek van richting verandert.
6. Rectificatie :Om de AC-uitgang van de statorwikkelingen om te zetten in gelijkstroom (DC) die geschikt is voor het opladen van de accu, gaat de AC-spanning door een gelijkrichter. De gelijkrichter bestaat uit diodes die de stroom slechts in één richting laten stromen, waardoor de AC in DC wordt omgezet.
7. Spanningsregeling :De gelijkspanning van de gelijkrichter is doorgaans hoger dan de benodigde laadspanning voor de accu. Om overladen te voorkomen wordt gebruik gemaakt van een spanningsregelaar. De spanningsregelaar regelt de hoeveelheid stroom die van de dynamo naar de accu vloeit, zodat de accu een consistente en veilige laadspanning krijgt.
8. Batterij opladen :De geregelde gelijkspanning van de spanningsregelaar wordt vervolgens aan de accu geleverd. Deze elektrische energie wordt gebruikt om de lading die in de accu is opgeslagen aan te vullen, waardoor een continue stroomtoevoer naar de elektrische systemen van de motorfiets, inclusief ontsteking, verlichting en andere accessoires, wordt gegarandeerd.
Samenvattend:wanneer de motor van de motorfiets draait, zet de dynamo de mechanische energie van de roterende krukas om in wisselstroom (AC) met behulp van magnetische velden en statorwikkelingen. De AC-uitgang wordt gelijkgericht om gelijkstroom (DC) te verkrijgen en geregeld om een geschikte laadspanning voor de batterij te leveren. Hierdoor kan de accu worden opgeladen en voldoende laadniveaus behouden om verschillende elektrische componenten van de motorfiets van stroom te voorzien terwijl deze in gebruik is.