1. Schakel de motorfiets uit en laat hem afkoelen.
2. Koppel de negatieve (zwarte) accupool los met behulp van de meegeleverde sleutel of doppenset.
3. Sluit de positieve (rode) kabel van de multimeter aan op de positieve (rode) pool van de accu van de motorfiets.
4. Sluit de negatieve (zwarte) kabel van de multimeter aan op de negatieve (zwarte) pool van de accu van de motorfiets.
5. Zet de motorfiets in de stand "ON" zonder de motor te starten.
6. De multimeter moet de accuspanning weergeven, deze moet tussen 12,5 en 13 volt liggen.
7. Start de motorfiets en laat deze stationair draaien.
8. De multimeter zou nu een hogere spanning moeten weergeven, doorgaans rond de 14 volt.
9. Laat de motor draaien tot ongeveer 3.000 tpm en bekijk de spanningswaarde op de multimeter. Deze moet tussen de 14 en 15 volt blijven.
Als het laadsysteem niet goed werkt, vallen de spanningswaarden buiten het normale hierboven aangegeven bereik. In dit geval moet u de problemen met de onderdelen van het laadsysteem, zoals de dynamo, regelaar/gelijkrichter en accu, verder oplossen. Het wordt aanbevolen dat u het werkplaatshandboek raadpleegt of de hulp inroept van een gekwalificeerde motormonteur als u deze controles niet zelf wilt uitvoeren.