1. Controleer de voeding: Zorg ervoor dat de droger goed op een stopcontact is aangesloten en dat de stroomonderbreker of zekering voor de droger niet is geactiveerd of doorgebrand.
2. Controleer het pluizenfilter: Een verstopt pluisfilter kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat de droger oververhit raakt, waardoor de veiligheidsschakelaar kan worden geactiveerd en het verwarmingselement kan worden uitgeschakeld. Maak het pluisfilter schoon en probeer de droger opnieuw te laten draaien.
3. Controleer het verwarmingselement: Het verwarmingselement is verantwoordelijk voor het genereren van warmte in de droger. Als deze beschadigd of defect is, kan de droger niet goed verwarmen. U kunt het verwarmingselement controleren door het voorpaneel van de droger te verwijderen en het visueel te inspecteren op eventuele schade of breuken. Als het verwarmingselement beschadigd is, moet het worden vervangen.
4. Controleer de thermische zekering: De thermische zekering is een veiligheidsvoorziening die is ontworpen om het verwarmingselement uit te schakelen als de droger oververhit raakt. Als de thermische zekering is doorgebrand, kan de droger niet goed verwarmen. U kunt de thermische zekering controleren door het voorpaneel van de droger te verwijderen en de zekering in de buurt van het verwarmingselement te plaatsen. Als de thermische zekering is doorgebrand, moet deze worden vervangen.
5. Controleer de temperatuurkeuzeschakelaar: Met de temperatuurkeuzeschakelaar wordt de gewenste droogtemperatuur ingesteld. Als de schakelaar niet goed is ingesteld, kan de droger niet goed verwarmen. Zorg ervoor dat de temperatuurkeuzeschakelaar op de gewenste stand staat.
6. Controleer de vochtsensor: De vochtsensor wordt gebruikt om het vochtniveau in de kleding te detecteren en de droger automatisch uit te schakelen wanneer de kleding droog is. Als de vochtsensor beschadigd of defect is, kan de droger mogelijk niet goed worden uitgeschakeld en kan het verwarmingselement blijven werken, zelfs nadat de kleding droog is. U kunt de vochtsensor controleren door het voorpaneel van de droger te verwijderen en de sensor bij de trommel te plaatsen. Als de vochtsensor beschadigd is, moet deze worden vervangen.
7. Controleer de ventilatieopening van de droger: Een geblokkeerde of beperkte ventilatieopening van de droger kan voorkomen dat er warme lucht uit de droger ontsnapt, waardoor de droger oververhit kan raken en het verwarmingselement kan worden uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de ventilatieopening van de droger vrij en onbelemmerd is.
Als u al deze zaken heeft gecontroleerd en de droger nog steeds niet goed verwarmt, moet u mogelijk voor hulp contact opnemen met een professionele reparatietechnicus.