* Brandstofinjectoren: Verstopte of vuile brandstofinjectoren kunnen voorkomen dat de motor de brandstof krijgt die hij nodig heeft om goed te kunnen werken.
* Luchtfilter: Een vuil luchtfilter kan de luchtstroom naar de motor beperken, waardoor deze rijk en stationair draait.
* Gasklephuis: Een vuil gasklephuis kan ervoor zorgen dat de motor niet de lucht krijgt die hij nodig heeft om goed te kunnen werken.
* Stationair luchtregelventiel: Een defecte stationairluchtregelklep kan ervoor zorgen dat de motor te hoog of te laag stationair draait.
* Vacuümlekken: Vacuümlekken kunnen ervoor zorgen dat de motor arm en stationair draait.
* Compressieproblemen: Een lage compressie in een of meer cilinders kan ervoor zorgen dat de motor ruw loopt en traag accelereert.