- Controleer het brandstoffilter. Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom beperken en ervoor zorgen dat de motor afslaat.
- Controleer het luchtfilter. Een vuil luchtfilter kan de luchtstroom beperken en ervoor zorgen dat de motor afslaat.
- Controleer het gasklephuis. Een vervuild gasklephuis kan ervoor zorgen dat de motor afslaat.
- Controleer de stationairluchtregelklep (IAC-klep). Een defecte IAC-klep kan ervoor zorgen dat de motor afslaat.
- Controleer de brandstofdruk. Een lage brandstofdruk kan ervoor zorgen dat de motor afslaat.
- Controleer de contactschakelaar. Een defecte contactschakelaar kan ervoor zorgen dat de motor afslaat.