Zorg ervoor dat de motor koel is en dat het voertuig op een vlakke ondergrond geparkeerd staat.
Schakel de parkeerrem in en blokkeer de wielen om te voorkomen dat het voertuig gaat rollen.
Open de motorkap en zoek de riemspanner. De spanner bevindt zich meestal aan de voorkant van de motor, bovenaan.
Gebruik een dopsleutel en ratel om de bout van de spanrol los te draaien.
Zodra de poeliebout los zit, draait u de spanrol met de klok mee totdat de spanning is verdwenen.
Verwijder de oude kronkelige riem rond de poelies.
Installeer de nieuwe riem rond de poelies, beginnend bij de krukaspoelie en werk zo rond.
Draai de spanrolschijf tegen de klok in totdat de spanning strak is.
Draai de bout van de spanrol vast.
Controleer de kronkelige riem op de juiste spanning. De riem moet strak zitten, maar niet te strak.
Sluit de motorkap en start de motor.
Luister of er ongewone geluiden uit de motor komen. Als u geluiden hoort, zet u de motor af en controleert u de riemspanning.
Pas indien nodig de riemspanning aan.
Maak een proefrit met het voertuig om er zeker van te zijn dat de kronkelige riem goed werkt.