1. Laag transmissievloeistofniveau: Controleer het transmissievloeistofpeil. Als het peil laag is, voeg dan de aanbevolen vloeistof toe volgens de gebruikershandleiding van uw voertuig. Lage vloeistofniveaus kunnen ervoor zorgen dat de transmissie slipt en oververhit raakt, wat tot verdere schade kan leiden.
2. Vuile transmissievloeistof: Na verloop van tijd kan transmissievloeistof vervuild raken met vuil, puin en metaalspaanders. Hierdoor kan de vloeistof zijn smerende eigenschappen verliezen, wat leidt tot slippen en verhoogde slijtage van transmissiecomponenten.
3. Versleten koppelingspakketten: De koppelingspakketten in de transmissie zijn verantwoordelijk voor het overbrengen van het vermogen van de motor naar de wielen. Versleten koppelingspakketten kunnen ervoor zorgen dat de transmissie gaat slippen, vooral tijdens het accelereren of bergop rijden.
4. Defecte elektromagneten of sensoren: Solenoïden en sensoren spelen een cruciale rol bij het regelen van het schakelproces van de transmissie. Als een van deze componenten niet goed werkt, kan de transmissie slippen of onregelmatig schakelen.
Transmissieroken:
1. Transmissievloeistof oververhit: Als de transmissievloeistof oververhit raakt als gevolg van een laag vloeistofpeil, versleten onderdelen of andere problemen, kan deze gaan roken. Oververhitte vloeistof kan schade aan afdichtingen, pakkingen en andere interne transmissieonderdelen veroorzaken.
2. Lekkende transmissievloeistof: Een lek in de transmissievloeistofleidingen of afdichtingen kan ertoe leiden dat er vloeistof op hete motoronderdelen druppelt, waardoor rook ontstaat. Dit is een ernstig probleem dat onmiddellijke aandacht vereist.
3. Brandend koppelingsmateriaal: Versleten koppelingsmateriaal kan bij verbranding rook produceren. Dit is een veel voorkomend symptoom van een falende koppeling en kan gepaard gaan met een branderige geur.