1. Brandstofdrukregeling:
De zuigregelklep is verantwoordelijk voor het regelen van de brandstofdruk binnen de common rail. Common rail-systemen maken gebruik van een hogedrukbrandstofpomp om een constante brandstofdruk in de rail te genereren en te handhaven, doorgaans tussen 1500 en 3000 bar (afhankelijk van de motorvereisten).
2. Ventielfunctie:
De zuigregelklep is in wezen een variabele opening die de brandstofstroom naar de hogedrukpomp aanpast. Het bestaat uit een klepzitting, een klepnaald en een solenoïdeactuator. De elektromagnetische actuator regelt de positie van de klepnaald, die op zijn beurt de hoeveelheid brandstof regelt die door de klep stroomt.
3. Brandstofdrukcontroleproces:
Wanneer de motor meer brandstof vraagt, stuurt de motorregeleenheid (ECU) een signaal naar de elektromagnetische actuator van de SCV. De solenoïde opent de klep, waardoor er meer brandstof in de hogedrukpomp kan komen. Hierdoor neemt de brandstofdruk in de common rail toe.
Omgekeerd, wanneer de vraag naar brandstof afneemt, geeft de ECU een signaal aan de solenoïde om de SCV te sluiten, waardoor de brandstofstroom naar de pomp wordt beperkt. Deze actie vermindert de brandstofdruk in de common rail.
4. Brandstoftoevoer onder hoge druk:
De geregelde brandstofdruk in de common rail wordt vervolgens aan de brandstofinjectoren geleverd. De injectoren zijn verantwoordelijk voor het nauwkeurig regelen van de timing, duur en hoeveelheid brandstofinjectie in de motorcilinders.
Door de brandstofdruk en het debiet nauwkeurig te regelen, zorgt de zuigregelklep voor een optimale brandstoftoevoer, verbetert de motorprestaties en vermindert de uitstoot. Het werkt samen met andere componenten van het common-rail brandstofinjectiesysteem, zoals de hogedrukpomp, injectoren en sensoren, om een efficiënte en betrouwbare werking van de dieselmotor te bereiken.