Vóór de stoommachine werden de meeste machines aangedreven door menselijke of dierlijke spieren, of door waterkracht. Deze krachtbronnen waren beperkt in hun kracht en betrouwbaarheid. Stoommachines daarentegen waren in staat veel meer vermogen te produceren en konden gedurende langere tijd continu draaien.
De stoommachine was een sleuteltechnologie tijdens de Industriële Revolutie. Het maakte het mogelijk fabrieken en molens van stroom te voorzien, wat leidde tot verhoogde productie en economische groei. Het maakte het transport ook sneller en efficiënter, waardoor mensen en goederen steeds sneller verder konden reizen.
Hier zijn enkele specifieke voorbeelden van hoe de stoommachine de samenleving ten goede kwam:
* Verhoogde landbouwproductiviteit: Door stoom aangedreven tractoren en dorsmachines maakten het mogelijk grotere stukken land efficiënter te bewerken, wat leidde tot hogere gewasopbrengsten en lagere voedselprijzen.
* Verbeterd transport: Door stoom aangedreven schepen en treinen maakten het mogelijk verder en sneller te reizen dan ooit tevoren. Dit maakte het voor mensen gemakkelijker om vrienden en familie te bezoeken, nieuwe plaatsen te verkennen en zaken te doen.
* Toegenomen industriële productie: Door stoom aangedreven fabrieken en molens maakten het mogelijk goederen in massa te produceren, wat leidde tot lagere prijzen en een grotere verscheidenheid aan producten. Dit verhoogde de levensstandaard van veel mensen.
De stoommachine was een transformatieve technologie die een diepgaande impact had op de samenleving. Het hielp de industriële revolutie inluiden, wat leidde tot een hogere productiviteit, economische groei en een hogere levensstandaard voor veel mensen.